Quentin Dupieux is na Deerskin (2019) terug met weer een absurdistische en fantasierijke komedie. Dit maal over de twee vrienden Manu (Grégoire Ludig) en Jean Gab (David Marsais) – een duo die me gelijk deed denken aan de film Dumb and Dumber (1994) – die een klus moeten klaren. Ze hoeven alleen maar een koffer op te halen bij Michel-Michel en die weer ergens afleveren en daar 500 euro voor vangen. Als Manu een auto gestolen heeft om deze voor de klus te gebruiken gaat hij eerst tanken bij zijn beste vriend Jean Gab. Hij besluit zijn vriend erbij te betrekken maar als ze eenmaal onderweg zijn horen ze een raar geluid dat uit de kofferbak komt. Als ze gaan kijken blijkt daar een gigantische vlieg in te zitten. Opeens is het trainen van de vlieg, om die later in te zetten als een soort van drone voor allerhande klussen hun prioriteit.
Wat al snel kan verzanden in een film die juist te veel de grens van horror of gore opzoekt of omslaat in totale groteske kolder balanceert vakkundig op de grens van surrealisme en absurdisme. Een film zonder enige muziek die met een speelduur van 74 minuten net de aandacht weet vast te houden in een verhaal waarin verder niet gek veel gebeurt. Dupieux concentreert zich meer op de alledaagse dingen en creëert situaties waar de vrienden in terecht komen en weet deze grappig en onderhoudend te houden.
Verder is er een leuke bijrol van Adèle Exarchopoulos die de meeste zullen kennen van haar rol in de film La vie d’Adèle (2013).
Het neemt niet weg dat de film, mede door de opzet – een roadmovie met losers – soms net iets te flauw is. In dat opzicht was zijn Deerskin van een jaar eerder net iets scherper van toon waar ook nog iets meer de verrassing in zat. Dit blijft toch net iets te voorspelbaar.
2,5 ster
Label: Gusto Entertainment
Met dank aan: Triple P Entertainment