Nummer 20: Das Kabinett des Doktor Caligari (1919) R: Robert Wiene – Duitsland
Naslagwerk: 1001 Films – blz 31
“Wiene beschouwde kostuums haast als decors, en met bijna schilderachtige make-up suggereerde hij een spookachtige sfeer” – David Thomson (Engelse filmcriticus).
In de jaren ’20 in Duitsland was er een stroming van bizarre en fantasievolle films die sterk leunde op gestileerde, theatrale effecten. Deze film wordt beschouwd als de eerste horrorfilm. Nog voor het genre horror bestond.
Het script is van Carl Mayer en Hans Janowitz. Robert Wiene tekende voor de regie. Regisseur Fritz Lang vond dat de film in een raamvertelling* gemaakt moest worden. Daarover later meer.
- Raamvertelling = narratieve techniek waarbij het verhaal de omlijsting vormt voor een ander verhaal of verhalen, de zgn binnenverhalen.
De hypnotiseur Dr. Caligari (Werner Krauss) heeft een slaapwandelende knecht Cesare (Conrad Veldt) waarmee hij door het land trekt als zijnde een kermisattractie. Er worden een aantal moorden gepleegd die worden toegeschreven aan de slaapwandelaar Cesare. In het binnenverhaal is het Francis (Friedrich Feher) die bovenstaande vertelt. In het hoofdverhaal is Dr. Caligari een krankzinnig geworden directeur van een inrichting die Francis wil helpen. Zo verwarrend als het klinkt (deels door de gebruikte raamvertelling) zo verwarrend kwam het ook op mij over. Het is onderverdeeld in 6 aktes.
Wat opvalt aan de film zijn de vele van papier gemaakte decors waar de schaduwen op getekend zijn. Voor zo’n vroege film ziet het er met de beperkte middelen en budget verrassend griezelig uit. Het vormde de opmaat voor latere horrorfilms zoals Dracula en Frankenstein.
Vanuit historisch oogpunt is dit een interessante film. De film zelf vind ik persoonlijk niet zo geslaagd. Ik zag de gerestaureerde Criterion versie met de oorspronkelijke kleuren en tonen.